W O E N S D A G 11 – 3
INHOUD VAN DEZE LES
- Presentaties gaan niet door; daarvoor in de plaats geef je in groepsverband een elevator pitch op ……
- Uitleg deelopdracht 1A en 1B, zie voor het format portfolio:
- Reflectiecyclus Korthagen en SWOT-analyse
- Elevator pitch
DEELOPDRACHT 1A: Logboek-oriëntatie op vervolgopleiding
Zie ook: * Overzicht beschreven onderwerpen in portfolio van de vorige les.
- Aantekeningen van twee voorlichtingsbijeenkomsten hbo; (wat vond je opvallend, welke antwoorden kreeg je op je vragen? etc.).
- Informatie over minimaal twee vervolgopleidingen met bijbehorende loopbaanperspectieven; (brochures internet, gesprekken, foto’s, etc.).
- Verschillen tussen studeren op het mbo en hbo (manier van leren, vakterminologie, presentatievormen etc.).
Let op: In je logboek heb je beschreven wanneer je met welke opdrachten bezig bent geweest.
DEELOPDRACHT 1B
Deze reflectieve deelopdracht hoort bij deelopdracht 1A. Met deelopdracht 1B reflecteer je m.b.v. het reflectiemodel van Korthagen en/of de SWOT-analyse op jouw eigen studievaardigheden en/of geschiktheid voor het starten van een hbo-opleiding.
Je geeft in jouw reflectieverslag antwoord op de volgende vragen :
- 1) Wat zijn jouw ambities op het gebied van doorstuderen op hbo-niveau? Welke hbo-opleiding past bij deze ambities?
- 2) Welke ontwikkelingen heb jij nog nodig om deze ambities te realiseren? (Denk aan studievaardigheden en kennis)
- 3) Welke knelpunten voorzie jij voor jezelf wat betreft de verschillen tussen het mbo en het hbo op het gebied van ‘manier van leren’? (Denk aan werken in projectgroepen, zelfstudie et cetera)
- 4) Formuleer op basis van de opgehaalde informatie en jouw reflectieverslag een gefundeerde keuze voor het wel of niet volgen van een vervolgopleiding op hbo-niveau. Onderbouw helder waarom jij deze opleiding wel of niet hebt gekozen.
Het reflectieverslag dient minimaal 2 pagina’s te zijn.
Om op bovenstaande vragen antwoord te geven, worden hieronder bij punt A en B twee reflectiemodellen beschreven: het reflectiemodel van Korthagen (A) en de SWOT-analyse (B). Bij punt C vind je een uitleg over de elevator pitch.
A – THEORIE REFLECTIECYCLUS VAN KORTHAGEN

De Reflectiecyclus van onderwijskundige professor Korthagen is een hulpmiddel / strategie om zicht te krijgen op je functioneren en dit (zelfstandig) bij te sturen. Door deze cyclus stapsgewijs toe te passen leer je systematisch reflecteren; reflecteren is een aan te leren vaardigheid. Onder reflectie verstaat men het vermogen om gestructureerd terug te blikken op en na te denken over het eigen handelen.
Met andere woorden:
Wat is het nut van reflecteren?
- Reflecteren betekent dat je op systematische wijze de manier waarop je functioneert onder de loep neemt.
- Reflecteren is een belangrijke vaardigheid om jezelf te ontwikkelen en je gedrag en prestaties te optimaliseren.
- Reflecteren zorgt ervoor dat je de verantwoordelijkheid voor je groei zelf in handen neemt.
- Reflecteren is een vorm van leren waarbij je jezelf in het middelpunt van de belangstelling plaatst.
Fases van Korthagens reflectiecyclus (zie ook bijlage 6 handleiding)
Fase 1: handelen (= fase 5 vorige cyclus)
- Wat wilde ik bereiken?
- Waar wilde ik op letten?
- Wat wilde ik uitproberen?
Fase 2: Terugblikken op het handelen
- Wat gebeurde er concreet?
- Wat wilde ik?
- Wat deed ik?
- Wat dacht ik?
- Wat voelde ik?
Fase 3: Bewust worden van essentiële aspecten
- Wat vond ik in fase 1 en 2 belangrijk?
Het ui-model
Onderzoek heeft laten zien dat fase 3 cruciaal is voor betekenisgerichte reflectie. Om verdieping in betekenisgerichte reflectie te bevorderen, is het ui-model ontwikkeld.
In het ui-model worden verschillende reflectieniveaus (‘lagen’) onderscheiden:
1. Omgeving
2. Gedrag
3. Vaardigheden
4. Overtuigingen
5. Identiteit
6. Betrokkenheid (of persoonlijke missie)
7. De kern, met kernkwaliteiten
Als al deze niveaus met elkaar sporen, is er sprake van effectief functioneren. Als er fricties tussen de niveaus zijn, ervaart de persoon een probleem.

Fase 4: Formuleren van handelingsalternatieven
- Welke alternatieven zie ik?
- Welke voor- en nadelen hebben die?
- Wat is mijn plan voor de volgende keer?
Fase 5: Uitproberen
- Deze fase is de start voor een nieuwe cyclus.
Verschil evalueren – reflecteren?
Als je evalueert:
- ga je na of je de beoogde doelstellingen hebt bereikt.
- vraag je je af of jouw gedrag goed of fout is.
Als je reflecteert:
- is het juist belangrijk dat je geen oordeel over goed of fout velt.
- creëer je zo een veilige ruimte waarbinnen je systematisch vragen kan stellen over het hoe en het waarom je bepaald gedrag stelt.
- is er ruimte en tijd om te groeien.
B – SWOT-ANALYSE
Ook de swot-analyse is een hulpmiddel om antwoord te geven op de vragen van deelopdracht 1B.


Voorbeeld SWOT

Deelopdracht 1A en 1B horen bij elkaar en worden uiteindelijk beoordeeld volgens beoordelingsformulier: Oriëntatie op vervolgopleiding hbo en reflectieverslag.
C – ELEVATOR PITCH
Vanaf 25 maart ga je – eventueel in groepsverband – een elevator pitch geven over jouw keuze om wel of niet naar het HBO te gaan. Je moet deze pitch beschouwen als een tussentijdse evaluatie. Wat is de reden van jouw (eventueel voorlopige) keuze? Je neemt een object/voorwerp mee om je elevator pitch te ondersteunen. Jouw elevator pitch duurt ongeveer één minuut.
Theorie: zie elevator pitch
Stuur de indeling van je groepje naar: tkeulaerds@novacollege.nl
De komende weken zal ik studenten die dit willen feedback geven op de geschreven opdrachten. |
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.